“Ik kan haar geen oneerlijk antwoord geven. Maar ik wil haar ook niet kwetsen.”

De heftige tijd? Die komt na de behandelingen

‘Dag X. Ik zag zojuist een berichtje op jouw Facebook tijdlijn en zie dat je ongeveer in hetzelfde schuitje zit als ik zat, vorig jaar. Ik wil je veel sterkte wensen en een digitale knuffel geven! Liefs!’

Mijn wijsvinger zweeft boven het knopje ‘verzenden’ in Messenger. Wel doen? Niet doen? Het voelt zo dubbel. Straks komt er een dolenthousiaste ‘bedankt!’ terug. De persoon in kwestie weet waarschijnlijk niet wat haar boven het hoofd hangt. Toen ik terug bladerde op haar tijdlijn zag ik posts over haar chemokuren en aankomende bestralingen. Ik las haar teksten, herkende stukjes van mezelf en vooral de oerkracht die van tussen de woorden zinderde.

‘Wat als zij een superpositieve oerkrachtreactie geeft?’ denk ik bij mezelf. Blijf ik dan eerlijk? Of ga ik dan goedbedoelde adviezen geven, net zoals mensen dat bij mij hebben gedaan op een moment dat ik daar niet op zat te wachten?

Mijn vinger tikt op ‘verzenden’.
Nog geen vijf minuten later hoor ik een tingeltje.

‘Wat lief! Dank je wel. Je kent de heftige tijd. Ik hoop dat het goed met je gaat? Knuffel terug.’


Aaah! Shit! Ik kan haar geen oneerlijk antwoord geven. Maar ik wil haar ook niet kwetsen. Ik wil het niet te zwaar maken, ze moet haar oerkracht vasthouden! Ik wil niet de stoelpoten van onder haar vandaan zagen, net nu ze de steun zo hard nodig heeft. Hoe kan ik haar de waarheid vertellen? Eerlijk zijn over hoe het nu met mij gaat? Nee, dat kan ik niet doen. Dat wil ik niet doen. Want iemand die middenin de chemo’s zit, heeft het zwaar zat. Die wil niet horen dat het pas echt zwaar wordt ná de behandelingen. Dat het nu een heftige tijd is, maar straks op een andere manier heftig. Die wil geen moeilijk verhaal terug. Die wil lachende emoji’s, regenbogen en unicorns! Ik zucht diep, denk nog dieper en typ dan:

‘Zeker. Ik ken het. Heel de trein. Station chemo en station bestralingen. Jij blijft wandelen, heb ik ook gedaan. Drie uurtjes na de chemo de wandelschoenen alweer aan. Hartstikke goed! Het gaat redelijk. Het herstel gaat bij mij zeer moeizaam. Ik loop tegen allerlei, soms wel en soms totaal niet, samenhangende problemen aan. Maar daar ga ik je nu verder niet mee lastig vallen, concentreer jij jezelf op je behandelingen. Wel wil ik je de vrijblijvende tip geven eens op de website van ‘Stichting Ook’ te kijken. Juist ook heel goed om dit op te pakken ná de behandelingen. Waarschijnlijk gooi ik je nu een zwemvest toe, terwijl je heel goed kunt zwemmen. Maar dat kon ik tijdens de behandelingen ook. Dat is je oerkracht! En nu zwijg ik, want ik weet dat je aan goedbedoelde adviezen 99 van de 100 x helemaal niets hebt. Liefs!’

Ik doe als een kleuter mijn handen voor mijn ogen en knijp mijn ogen stijf dicht. Niet eens nagedacht over ‘verzenden’, maar gewoon gedaan. Ik hoop zo dat dit antwoord niet te zwaar valt. Ik hoop zo dat de moed haar niet in de schoenen zinkt voordat de werkelijke uitdaging komt: de periode na kanker. Het herstel. Werken aan je nieuwe jij. Weer een plekje vinden in de maatschappij.

Maar dan hoor ik een ping. Ze antwoordt tenminste, denk ik. Ik laat mijn handen zakken. Misschien antwoordt ze zo snel omdat ze kwaad op me is? Vanwege mijn antwoord? Ik open één oog.

‘Dank je! Dit soort tips zijn zeker welkom. En zelfs als je kunt zwemmen is het prettig om te weten dat er dichtbij een zwemvest is!’

Ik grijns. Het besluit om mijn gave - het schrijven - te gaan gebruiken om kanker bespreekbaar te maken en vooral de moeilijke periode erna is denk ik een hele goede geweest.
Reageren?
Log in of maak (gratis) een account aan om te kunnen reageren en reacties van anderen te kunnen lezen! Account aanmaken